maandag 18 juni 2012


Algemeen

Een raket is een voorwerp dat wordt aangedreven door een reactiemotor.
De hete gassen die uit de brandstof ontstaan gebruikt men om de raket voort te stuwen. Een raketmotor kan ook in een vacuüm werken  omdat alle benodigdheden voor de verbranding aan boord zijn. Meestal worden waterstof benzine of hydrazine gebruikt als brandstof voor de raket. Dit is dus een chemische verbranding . Er bestaan ook raketten die werken met een vastebrandstofmotor. Deze raketten gebruiken een oxidator en een brandbare stof als brandstof.

De evolutie van raketten

De eerste ideeën om een raket te bouwen dateren van de 4e eeuw v.C.  pas in de dertiende eeuw n.C. werden raketpijlen gemaakt door de Chinezen. Deze werden voortgestuwd door buskruit en er werd gebruik gemaakt van bamboestengels als omhulsel. Ze werden gebruikt als pijl in oorlogstijd of als vuurwerk in vrede. In het jaar 1500 heeft de Chinees Wan-Hu een eerste vlucht gemaakt op een raket. De op een draak lijkende machine hield zijn stuwkracht van 47 raketten die tegelijk werden ontstoken. De ‘draak’ heeft het niet lang uitgehouden en zowel de raket als de man kwamen in stukken naar beneden.

In 1846 vloog een raket over een afstand van 9 kilometer op een hoogte van 600 meter.  In die jaren werden raketten veel gebruikt als oorlogswapen om over langere afstand te kunnen vuren. Raketten werden ook gebruikt als onderwaterwapens omdat er geen zuurstof nodig is om de motor te doen draaien.

In 1889 werd er een grote stap gezet in de raketgeschiedenis. De Rus Konstantin Tsiolkovsky beschreef dat er voor een goede werking van de raket meerdere motoren zouden moeten gebruikt worden, de zogenaamde meertrapsraket. De werking ervan was simpel men zou meerdere trappen gebruiken, als de eerste trap is opgebrand dan zou deze worden afgekoppeld. En dan zou een tweede trap in werking kunnen treden met een minder vermogen dan de eerste. Omdat er een vermindering is van het totaal gewicht van de raket. Deze theorie werd gepubliceerd in 1923 in het boek van Konstantin.

In de jaren 20 deed Goddart vele pogingen om raketten in de lucht te krijgen. Maar het ontbrak hem aan inspiratie en het budget was ook niet oneindig.

Op 4 oktober 1957 lanceerden de russen als eerste een onbemande raket.
De spoednik 1 raakte tot in de ruimte! Maar aan terugkeren hadden de russen niet gedacht.

Op 3 november van 1957 lanceerden de russen een tweede ruimtevaarttuig.
Deze keer hadden ze een passagier. Het hondje Laika. De spoetnik 2 was ook niet gemaakt om te landen dus ze brandde op in de atmosfeer. Het hondje was op dat moment al wel lang dood.

In 1960 stuurden de russen een tweede keer honden in de ruimte. Deze kwamen wel heelhuids terug.

De Amerikanen stuurden dan weer een aap de ruimte in.  Op 31 januari 1961 vertrok de vlucht. De aap deed een bepaalde taak in de ruimte en landde een kwartier nadien terug in volle conditie op de aarde.

Op 12 april 1961 stuurden de russen de raket vostok 1 in de ruimte met aan boord Joeri Gagaring de eerste mens in de ruimte.

Op 18 maart 1965 maakte de rus Loenov de eerste ruimtewandeling.

Op 21 juli 1969 zette de Amerikaan Neil Amstrong als eerste mens voet op de maan. Hij plantte de Amerikaanse vlag en sprak zijn beroemde woorden That's one small step for man, one giant leap for mankind.’ De astronauten landden enkele dagen later veilig terug op de aarde. In de komende jaren zetten nog 11 andere astronauten voet op de maanbodem.

In 1972 werden de maanvluchten te duur. Daarom zochten de Amerikanen een goedkopere oplossing. De spaceshuttle werd uitgevonden als ruimtevaarttuig dat te hergebruiken viel. Op 21 april 1981 werd de eerste spaceshuttle naar de ruimte gestuurd. In totaal zijn er 7 spaceshuttles gebouwd.

De eerste Belg in de ruimte was Dirk Frimout. Hij werd op 24 maart 1992 in de ruimte gebracht.

Nog altijd worden ruimtereizen voorbereid. Zo willen de Amerikanen nog naar mars vliegen binnen enkele jaren.