Algemeen
Een raket is een voorwerp dat wordt aangedreven
door een reactiemotor.
De hete gassen die uit de brandstof
ontstaan gebruikt men om de raket voort te stuwen. Een raketmotor kan ook in
een vacuüm werken omdat alle
benodigdheden voor de verbranding aan boord zijn. Meestal worden waterstof benzine
of hydrazine gebruikt als brandstof voor de raket. Dit is dus een chemische
verbranding . Er bestaan ook raketten die werken met een vastebrandstofmotor.
Deze raketten gebruiken een oxidator en een brandbare stof als brandstof.
De evolutie van raketten
De eerste ideeën om een raket te bouwen dateren van de 4e eeuw
v.C. pas in de dertiende eeuw n.C.
werden raketpijlen gemaakt door de Chinezen. Deze werden voortgestuwd door
buskruit en er werd gebruik gemaakt van bamboestengels als omhulsel. Ze werden
gebruikt als pijl in oorlogstijd of als vuurwerk in vrede. In het jaar 1500
heeft de Chinees Wan-Hu een eerste vlucht gemaakt op een raket. De op een draak
lijkende machine hield zijn stuwkracht van 47 raketten die tegelijk werden
ontstoken. De ‘draak’ heeft het niet lang uitgehouden en zowel de raket als de
man kwamen in stukken naar beneden.
In 1846 vloog een raket over een afstand van 9 kilometer op een hoogte
van 600 meter. In die jaren werden
raketten veel gebruikt als oorlogswapen om over langere afstand te kunnen
vuren. Raketten werden ook gebruikt als onderwaterwapens omdat er geen zuurstof
nodig is om de motor te doen draaien.
In 1889 werd er een grote stap gezet in de raketgeschiedenis.
De Rus Konstantin Tsiolkovsky beschreef dat er voor een goede werking van de
raket meerdere motoren zouden moeten gebruikt worden, de zogenaamde
meertrapsraket. De werking ervan was simpel men zou meerdere trappen gebruiken,
als de eerste trap is opgebrand dan zou deze worden afgekoppeld. En dan zou een
tweede trap in werking kunnen treden met een minder vermogen dan de eerste.
Omdat er een vermindering is van het totaal gewicht van de raket. Deze theorie
werd gepubliceerd in 1923 in het boek van Konstantin.
In de jaren 20 deed Goddart vele
pogingen om raketten in de lucht te krijgen. Maar het ontbrak hem aan
inspiratie en het budget was ook niet oneindig.
Op 4 oktober 1957 lanceerden de russen
als eerste een onbemande raket.
De spoednik 1 raakte tot in de ruimte!
Maar aan terugkeren hadden de russen niet gedacht.
Op 3 november van 1957 lanceerden de
russen een tweede ruimtevaarttuig.
Deze keer hadden ze een passagier. Het
hondje Laika. De spoetnik 2 was ook niet gemaakt om te landen dus ze brandde op
in de atmosfeer. Het hondje was op dat moment al wel lang dood.
In 1960 stuurden de russen een tweede
keer honden in de ruimte. Deze kwamen wel heelhuids terug.
De Amerikanen stuurden dan weer een
aap de ruimte in. Op 31 januari 1961
vertrok de vlucht. De aap deed een bepaalde taak in de ruimte en landde een
kwartier nadien terug in volle conditie op de aarde.
Op 12 april 1961 stuurden de russen de
raket vostok 1 in de ruimte met aan boord Joeri Gagaring de eerste mens in de
ruimte.
Op 18 maart 1965 maakte de rus Loenov
de eerste ruimtewandeling.
Op 21 juli 1969 zette de Amerikaan Neil
Amstrong als eerste mens voet op de maan. Hij plantte de Amerikaanse vlag en
sprak zijn beroemde woorden ‘That's one
small step for man, one giant leap for mankind.’ De astronauten landden enkele
dagen later veilig terug op de aarde. In de komende jaren zetten nog 11 andere
astronauten voet op de maanbodem.
In 1972 werden de maanvluchten te duur. Daarom zochten de Amerikanen een
goedkopere oplossing. De spaceshuttle werd uitgevonden als ruimtevaarttuig dat
te hergebruiken viel. Op 21 april 1981 werd de eerste spaceshuttle naar de
ruimte gestuurd. In totaal zijn er 7 spaceshuttles gebouwd.
De eerste Belg in de ruimte was Dirk Frimout. Hij werd op 24 maart 1992
in de ruimte gebracht.